Thomas
Thomas keek naar Amberley en hielp haar in de auto. Hij zwaaide nog even naar boven naar zijn kinderen en reed toen de straat uit. "Het komt goed Amber. Ze zijn in goede handen." Hij stopte voor een stoplicht en gaf Amberley een kus op haar wang. "Ik vond het ook moeilijk om de kinderen zo te zien. Maar zondagavond komen we alweer terug en dan kunnen we ze maandochtend naar de crèche en naar de peuterspeelzaal brengen. Volgend week kunnen we misschien wat leuks met zijn vijven doen." Hij reed verder en sloeg linksaf om naar de snelweg te gaan.
Thomas keek naar Amberley en hielp haar in de auto. Hij zwaaide nog even naar boven naar zijn kinderen en reed toen de straat uit. "Het komt goed Amber. Ze zijn in goede handen." Hij stopte voor een stoplicht en gaf Amberley een kus op haar wang. "Ik vond het ook moeilijk om de kinderen zo te zien. Maar zondagavond komen we alweer terug en dan kunnen we ze maandochtend naar de crèche en naar de peuterspeelzaal brengen. Volgend week kunnen we misschien wat leuks met zijn vijven doen." Hij reed verder en sloeg linksaf om naar de snelweg te gaan.